Als iemand mij vraagt van welke muziek ik houd dan past veel daarvan in het Lowlands-rijtje. Het zou dus niet heel verwonderlijk zijn als ik daar minstens 5 keer geweest zou zijn. En in theorie lijkt mij dat best heel leuk hoor. De sfeer, de relaxte mensen, de hoeveelheid activiteiten en muziek, zonnetje, wijntje, biertje, sfeertje. Maar toch ben ik nog nooit gegaan.
Ik heb namelijk een bloedhekel aan kamperen. En dan niet een beetje, want dan zou ik mij er nog wel doorheen slaan voor die paar dagen. Maar ik word er gewoon onuitstaanbaar van. Ik heb het geprobeerd hoor, vroeger op schoolkamp bijvoorbeeld. Toen vond ik het al niks. Sowieso regende het altijd, lag je op een matje wat geen matje werd, was het ‘s nachts steenkoud en moest je in het donker een wc zien te vinden. En als je dan weer in je tent lag moest je alweer, van de kou. En slapen ho maar. Ook later heb ik het nog weleens geprobeerd maar ik heb er nog nooit de voordelen van kunnen zien.
Op Lowlands is het, schat ik, nog een graadje erger. Hutje-mutje met je tentje in de menigte, bang zijn om je eigen tent niet meer te kunnen vinden, veel herrie om je heen, smerige wc’s, niet douchen, verzopen modderpoelen door de regen of -dit jaar- heel veel plakkerige warmte. Zomaar wat dingen die door mijn hoofd schieten. Tel daarbij op dat ik echt geen vrolijk mens ben als ik niet slaap plus dat ik bij een gemiddeld concertje al rugpijn heb van het lange staan.
Natuurlijk heb ik mijzelf de vraag gesteld of ik het niet toch eens moet ervaren. Voor 1 keertje. Maar ik ben tot de conclusie gekomen dat ik dat mijzelf en mijn medemens niet ga aandoen. In plaats daarvan geniet ik wel met volle teugen van live-uitzendingen die de hele dag te zien zijn. Ik geniet van de mensen in beeld die genieten. Met mijn eigen
wijntje. Ik zie de artiesten tenminste altijd van dichtbij.