Als ik je zie staan op het station gaan mijn hersens al in werking. In de trein kruisen onze blikken elkaar, om vervolgens te kijken en weer weg te kijken. Volgens mij frons ik omdat ik nadenk. Ik kijk opnieuw en je kijkt terug. Die paar seconden van priemende blikken lijken heel lang te duren. Jij praat ondertussen door met je medereiziger en ik met de mijne. Ik merk dat ik mij niet meer kan concentreren op mijn gesprek. Elke keer dat ik je aankijk kijk je terug maar er verandert verder niets. Mijn mond beweegt om iets tegen je te zeggen maar doet het niet. Met een laatste blik stap je uit bij het volgende station. Ik blijf zitten. We kennen elkaar ergens van… maar wáárvan?